Studenten mbo-4 van alle opleidingsrichtingen kunnen vanaf 1 september deelnemen aan een nieuw traject om hen voor te bereiden op de hbo-opleiding tot leraar basisonderwijs, de pabo. Daarmee wil de overheid voorkomen dat voornamelijk witte studenten zich blijven aanmelden voor de lerarenopleiding.
Sinds 2015 zijn mbo’ers niet langer automatisch toelaatbaar op de pabo. Zij moeten drie toetsen doen om aan te tonen dat zij de vakken aardrijkskunde, geschiedenis en natuur & techniek goed genoeg beheersen. Door deze toetsen daalde de instroom vanuit het mbo naar de pabo met tachtig procent. Een indirect gevolg is dat de pabo een witte opleiding aan het worden is en daarmee minder aansluit bij de leerlingen van de basisscholen in de grote steden.
In het nieuwe project volgen de mbo’ers direct na hun opleiding zes maanden een speciaal voor hen ontwikkeld programma. Het geld daarvoor komt van het Rijk. Minister Jet Bussemaker (kleine foto) stelt in totaal 2,5 miljoen euro beschikbaar voor het project ‘Meer mbo-talent voor de pabo’. Tijdens de zes maanden blijven de studenten ingeschreven op hun roc, maar volgen zij het programma op de pabo en blijven zij recht houden op studiefinanciering. In de regio’s Amsterdam en Rotterdam worden vergelijkbare projecten opgezet.