De politie in Den Haag blijft tegen het gebruik van stopformulieren om discriminatie tegen te gaan. Een meerderheid van de gemeenteraad wil het stopformulier invoeren als middel tegen etnisch profileren, maar de politie ziet hier niets in bleek woensdag tijdens een werkbespreking tussen de politie, wetenschappers en de gemeenteraad.
“Wij hebben een klachtensysteem waar burgers terecht kunnen als zij zich onheus bejegend voelen door de politie”, zegt teamchef René Ravesteijn van politiebureau De Heemstraat. “Ik heb veel geloof in dat systeem. Het zijn objectieve meetmomenten, door burgers zelf aangegeven. Dat is objectiever dan als een agent een subjectieve beleving moet noteren in een stopformulier.” Ravesteijn vertelt over andere manieren om discriminatie tegen te gaan. “Dat doen we onder andere door trainingen, gesprekken met jongeren en netwerkbijeenkomsten.”
Binnenkort praat de gemeenteraad over de stopformulieren en etnisch profileren. Het is de vraag hoe burgemeester Pauline Krikke in het dossier zit. Haar voorganger Jozias van Aartsen was altijd duidelijk: hij steunde de politie en wilde de stopformulieren niet invoeren, ondanks de wens van een meerderheid van de gemeenteraad.
Registratie belangrijk
Cultureel antropoloog Sinan Cankaya van de Vrije Universiteit Amsterdam is juist wel positief over een stopformulier. “Registratie van etnisch profileren is belangrijk maar het wordt nog te weinig bij gehouden”, zegt hij. “Dit terwijl het bij de politie elke dag voorkomt. Daar moet de politie zich bewust van zijn. De klachten die de politie krijgt van burgers geven geen indicatie voor de daadwerkelijke problemen.”