Het gerechtshof in Den Haag heeft donderdag bepaald dat het proces in hoger beroep tegen PVV-leider Geert Wilders over diens uitspraken over Marokkanen door kan gaan. Wilders had het hof gevraagd het Openbaar Ministerie (OM) niet-ontvankelijk te verklaren.
De politicus liet in maart 2014 in grand café De Tijd aan het Plein zijn aanhangers op televisie roepen dat ze “minder Marokkanen” wilden. Wilders werd hiervoor in 2016 door de Haagse rechtbank schuldig verklaard aan groepsbelediging en het aanzetten tot discriminatie. De politicus ging, net als het Openbaar Ministerie (OM), in beroep.
Wilders heeft het hof gevraagd het proces te staken, omdat het OM het recht op vervolging zou hebben verspeeld. Volgens de PVV’er heeft justitie de rechtbank misleid door eerder niet te melden dat er tussen toenmalig OM-baas Herman Bolhaar en justitieminister Ivo Opstelten overleg was over de vervolging van Wilders.
Getuigen
Het hof vindt dat die stellingen nader onderzocht moeten worden. Hiervoor mogen Opstelten en de voormalige OM-topman Herman Bolhaar worden gehoord. Er werden ook getuigenverzoeken afgewezen. Zo mag de verdediging bijvoorbeeld andere bewindslieden die zich uitlieten over de ‘minder Marokkanen’-uitspraken niet horen.
De inhoudelijke behandeling van het hoger beroep start op 25 juni. Hiervoor zijn twaalf dagen uitgetrokken. De uitspraak volgt op 11 oktober.
Foto: Omroep West