Het stadsbestuur had met een tegemoetkoming aan ondernemers op de Haagse Markt een streep kunnen zetten onder het verleden. Dat betoogt fractieleider Pieter Grinwis van de ChristenUnie-SGP in Rob’s Tussendoortje op Den Haag FM. Marktkooplui liggen al langer in de clinch met de gemeente. Ze vinden dat ze teveel betalen voor hun plek op de markt, daarvoor werd meermaals gedemonstreerd bij het IJspaleis.
“Al jarenlang hebben ondernemers het gevoel dat ze teveel betaalden, dat ze een poot worden uitgedraaid door de gemeenteraad”, zo stelt Grinwis. “Toen hebben we als raad besloten dat te laten onderzoeken door de Rekenkamer.” Die concludeerde dat de ondernemers teveel hadden betaald. “Daar is een enorme strijd over ontstaan tussen ambtenaren enerzijds en de Rekenkamer anderzijds. Daar is een schimmenstrijd ontstaan dat de rapporten elkaar tegenspreken. De grap is; er is geen verschil van inzicht. Er is alleen naar andere dingen gekeken. En de conclusie van de Rekenkamer staat nog overeind.”
De Haagse gemeenteraad steunde donderdag het besluit van wethouder Hilbert Bredemeijer om de ondernemers niet te compenseren. Volgens het stadsbestuur is het niet nodig, omdat ze het niet eens is met de conclusie van het onderzoek van de Rekenkamer Den Haag waaruit bleek dat ondernemers jaarlijks in totaal een half miljoen euro teveel betaalden aan de gemeente.
Verzuurde relatie
“Al jarenlang is die relatie verzuurd”, vertelt Grinwis over de moeizame relatie tussen de ondernemers en het stadhuis. “In de tijd dat Boudewijn Revis als wethouder verantwoordelijk was over de Haagse Markt stonden ondernemers herhaaldelijk bij het stadhuis op de stoep om hem de waarheid te vertellen en waarbij Revis er stevig ertegenin ging. Dat was heel bot van Revis. En ik ben bang dat – nadat we na anderhalf jaar wethouder Richard de Mos hebben gehad, die het hart voor de marktondernemers op de juiste plaats had en echt voor ze door het vuur ging – dat we nu weer terug zijn in het Revis-tijdperk; een stadhuis dat vindt dat ze gelijk heeft en dat laten weten en geen boodschap heeft aan de marktondernemers. Ik ben bang dat Bredemeijer, die politiek niet veel ervaring heeft en net begonnen is, zijn oren laat hangen naar zijn ambtenaren en de oude lijn van Revis daarmee doorzet. En dat de verhoudingen die daarmee verzuurd zijn, zullen voorlopig niet verbeterd worden.”
Vooral het standpunt van het CDA kan op kritiek rekenen van Grinwis. Hij memoreert oud-CDA-raadslid Michel Rogier, die een groot voorvechter van de markt was. “Die erfenis heeft het CDA gisteren weggespoeld”, zegt Grinwis stellig. Het CDA had geld voor de markt moeten regelen bij de coalitieonderhandelingen, vindt hij. “Hoe moeilijk was het nou om even een paar miljoen, het gaat over ongeveer drie miljoen wat nodig was om het verleden te compenseren, te regelen? Dan had niemand meer ergens over gepraat en dan hadden de marktonderenemers Hilbert Bredemeijer op het schild gehesen. Nu zijn ze woedend en ik denk niet dat dat de komende jaren nog goedkomt.”
Rechtszaak
Een stap van marktkooplui naar de rechter lijkt nu waarschijnlijk. “Als je niet alleen zelf vindt dat je gelijk hebt, maar als ook de Rekenkamer dat zegt. Dan snap ik dat je zegt; dan maar naar de rechter. Het is alleen een heel moeilijke kwestie. Het primaat voor de tarieven ligt bij het college. Zolang de coalitiepartijen de wethouder braaf steunen, dan ben ik bang dat het hierbij blijft”, aldus Grinwis.
Luister hier naar het gesprek met Pieter Grinwis op Den Haag FM.