De oud-wethouders Richard de Mos en Rachid Guernaoui (beiden Hart voor Den Haag/Groep de Mos) worden verdacht van deelname aan criminele organisaties met enkele vastgoed- en horecaondernemers, schending van hun ambtsgeheim, meineed en corruptie. Het Openbaar Ministerie heeft hen vrijdag op de hoogte gebracht van de voorlopige aanklachten tegen hen. Ze worden naar verwachting in september en oktober gehoord door de Rijksrecherche.
Een van de oud-wethouders wordt ook verdacht van het inhuren van een illegale klusjesman. Een raadslid van Hart voor Den Haag/Groep de Mos, Nino Davituliani, wordt eveneens verdacht van meineed en deelname aan de “vermoedelijk criminele organisatie met de horecaondernemers”.
De verdenkingen tegen drie vastgoedondernemers en twee horecaondernemers hangen nauw samen met de beschuldigingen tegen de politici. De ondernemers wordt vooralsnog verweten dat zij betrokkenheid hebben bij de schending van ambtsgeheimen door de wethouders en omkoping van de politici. Een van hen bleek bovendien in het bezit van een vuurwapen.
In de zaak komt volgens het OM “een beeld naar voren van geldstortingen, betalingen voor het maken van een website, (promotie)filmpjes, een verkiezingscampagne en etentjes, het lekken van vertrouwelijke informatie, voorkeursbehandelingen, omkoping van kiezers en het verstrekken van vergunningen”.
Komende week wordt aan de advocaten van de verdachten het voorlopige strafdossier verstrekt. Daarmee kunnen zij zich voorbereiden op hun verhoren door de Rijksrecherche. Die verhoren zullen waarschijnlijk in september en oktober plaatsvinden. Naar aanleiding daarvan zal mogelijk nog verder onderzoek worden gedaan, waaronder het horen van getuigen. Vervolgens wordt het strafdossier afgerond, waarna de verdachten hun onderzoekswensen kunnen indienen bij de rechter-commissaris. Een inhoudelijke behandeling van de zaak verwacht het OM op z’n vroegst eind 2021.
De Mos en Guernaoui vroegen al sinds de inval in hun werkkamers en woningen op 1 oktober vorig jaar om meer duidelijkheid. De Mos vertelde in Spuigasten op Den Haag FM dat hij minister Ferd Grapperhaus (CDA) van Justitie en Veiligheid een brief had geschreven met daarin de oproep om een termijn vast te stellen voor de corruptiezaak waarin hij en zijn ex-collega Guernaoui verdachten zijn, maar de minister wilde daar niet in mee.
Later meer.