Koning Willem-Alexander en koningin Máxima zullen op Prinsjesdag niet met de Glazen Koets door de binnenstad van Den Haag rijden. Bovendien kan er geen publiek zijn. De gemeente Den Haag, het ministerie van Defensie en de voorzitter van de Verenigde Vergadering (de Tweede en de Eerste Kamer) roepen mensen op om 15 september niet naar Den Haag te komen. Het besluit is in overleg met de koning genomen, als gevolg van de maatregelen tegen het coronavirus.
Eerder was al besloten dat de Troonrede niet in de Ridderzaal maar in de Grote Kerk in Den Haag zou worden gehouden. Daar is meer plek voor de ministers en staatssecretarissen, de 150 leden van de Tweede Kamer en de 75 senatoren om op 1,5 meter afstand van elkaar te zitten. Voor het eerst sinds 1904 is de zogenoemde Verenigde Vergadering niet op het Binnenhof.
Ook het leger speelt dit jaar een kleinere rol dan gebruikelijk bij Prinsjesdag. Bij de aankomst bij de Grote Kerk is een militair eerbetoon, waarvan de vorm nog moet worden uitgewerkt. De omgeving wordt afgezet en het publiek kan er dus niets van zien.
De Grote- of Sint Jacobskerk in het centrum van Den Haag biedt in tegenstelling tot de Ridderzaal voldoende ruimte voor de 75 Eerste Kamerleden en 150 Tweede Kamerleden en leden van het kabinet, met inachtneming van de huidige richtlijn om anderhalve meter afstand te houden. Normaal zijn er op Prinsjesdag circa duizend gasten in de Ridderzaal, dit jaar is er vanwege de beperkingen slechts plaats voor circa 250 gasten. Het is voor het eerst sinds 1904 dat de Verenigde Vergadering op Prinsjesdag niet op het Binnenhof plaatsvindt.
Foto: Richard Mulder