Door de grote vraag en het kleine aanbod zijn huurwoningen in de vrije sector in Den Haag voor veel mensen onbetaalbaar geworden. De gemeente Den Haag heeft onderzoek laten doen naar de prijs van huurwoningen. De resultaten ervan noemt wethouder Balster ‘zorgelijk’. Hij wil samen met andere steden maatregelen nemen om huurwoningen meer toegankelijk te maken voor mensen met een kleinere beurs, dat schrijft mediapartner Omroep West.
Sociale huurwoningen moeten betaalbaar zijn voor mensen met een laag inkomen. Ze mogen maximaal 720 euro per maand kosten. Daarboven zit een categorie ‘middenhuur’, die tot 950 euro mag kosten. In welke categorie een woning valt, kan worden vastgesteld aan de hand van een puntensysteem.
Maar particuliere verhuurders hoeven zich niet aan dat puntensysteem te houden. En dat is te merken: uit het onderzoek blijkt dat voor veel woningen, die op basis van de puntentelling maximaal 720 euro zouden mogen kosten, door particuliere verhuurders in de praktijk veel meer wordt gevraagd, waardoor ze in de categorie ‘middenhuur’ of zelfs ‘dure huur’ terecht komen.
Beperkte keuze
Volgens het puntensysteem zou 34% van de huurwoningen in Den Haag onder de grens van 720 euro moeten vallen, maar in de praktijk geldt dat maar voor vijf procent. De rest is veel duurder. Het gevolg is dat mensen met een niet heel hoog inkomen het steeds moeilijker krijgen een betaalbare woning te vinden.
De gemeente Den Haag probeert sinds vorig jaar iets aan de situatie te veranderen met huisvestingsvergunningen: middeldure huurwoningen zijn voor huishoudens met een daarbij passend inkomen. Mensen die te veel verdienen krijgen die vergunning niet en moeten een duurdere woning zoeken. Maar de gemeente kan niets doen tegen de te hoge huurprijzen die worden gevraagd voor (bestaande) particuliere huurwoningen.