Al zestig jaar wonen Wasco de Wasbeer, IJsco de IJsbeer en het Bakbeest in de Frankenstraat: in de poppenkast van Arjan Kooman. Sinds 1960 komen bezoekers naar het poppentheater, dus tijd voor een feestje: al gooit de coronacrisis roet in de verjaardagstaart.
Wie door de Frankenstraat loopt, merkt op het eerste oog waarschijnlijk niet op dat er op nummer 66, in een gewoon woonhuis, een poppentheater zit. In de oude woonkamer is een theaterzaaltje gebouwd, in de gangkast kun je de jassen kwijt en vanuit de keuken wordt de limonade geschonken voor de kinderen.
De zaal van Koomans Poppentheater. Tekst gaat verder onder foto.
In 1960 opent Frank Kooman een poppentheater aan de Galileïstraat. Negen jaar later stond de verhuiswagen voor de deur: het poppentheater moest uitbreiden om de vraag aan te kunnen. Sindsdien is het kleine theater te vinden aan de Frankenstraat. ‘Dat is een prestatie waar we trots op zijn’, vertelt Arjan Kooman, die de marionettentouwtjes van zijn vader heeft overgenomen. ‘We hebben dat helemaal zelf gedaan, zonder subsidie. Daar zijn we trots op.’
Arjan staat minimaal twee keer per week met zijn armen in de lucht, ‘een ongelooflijk onnatuurlijke houding’, lacht hij. Nog iedere ochtend voelt hij de spierpijn na een dag voorstellingen spelen. Maar, de interactie met het publiek maakt die spierpijn meer dan goed. ‘Kinderen worden meegevoerd in een avontuur. Dat vind ik de magie.’
Het erfgoed doorgeven
Door de jaren heen heeft het poppentheater een zeer betrouwbaar publiek opgebouwd. ‘We hebben inmiddels de vierde generatie bezoekers’, legt Arjan uit. ‘Dat er mensen komen die vertellen dat zij hier zelf als kind kwamen, en nu met de kleinkinderen – of achterkleinkinderen – komt. Dat is heel bijzonder.’
Arjan aan de achterkant van de poppenkast. Tekst gaat verder onder foto.
Zo’n mijlpaal moet gevierd worden, maar dat feestje wordt vooralsnog uitgesteld. ‘Dat is wel jammer’, geeft Arjan toe. Maar niet alles werd door de coronacrisis geannuleerd: er is boven het theater een workshopruimte en een expositieruimte gerealiseerd. ‘We willen het erfgoed doorgeven, ook aan jonge generaties.’
Want dat erfgoed wordt steeds zeldzamer. ‘Je ziet niet zoveel van dit soort poppentheater meer’, vertelt Arjan. ‘Je hebt wel het poppentheater op De Dam in Amsterdam, maar dat is meer gooi-en-smijtwerk. Dit is subtieler. Dit is meer theater. Daarom hoop ik dat er nog lang mee door mag gaan.’