Het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) zit nog maar drie jaar in het pand aan de Rijnstraat in Den Haag, maar er wordt toch al voorzichtig gekeken of de ambtenaren ergens anders zou kunnen worden ondergebracht. Vanaf het begin klagen de medewerkers over het gebouw tegenover het Centraal Station, schrijft mediapartner Omroep West.
Vanaf het begin regende het al klachten over het gebouw. Zo zouden er te weinig werkplekken zijn, was de inrichting te somber en was er weinig ruimte voor privacy. en jaar na oplevering werd het pand daarom al weer verbouwd. Ook werd een deel van de ambtenaren van het ministerie elders ondergebracht. Naast Buitenlandse Zaken is ook het ministerie van Infrastructuur gehuisvest net als enkele andere overheidsdiensten.
Veel ambtenaren werken thuis vanwege de coronamaatregelen. Maar mochten alle medewerkers weer naar kantoor gaan, dan zijn er nog steeds niet genoeg werkplekken. Een ander groot probleem aan het ministerie is dat glasplaten in de gevel kunnen barsten. Bij harde wind kan dit tot gevaarlijke situaties leiden.
Na coronatijd
De Algemene Rekenkamer onderzoekt op dit moment of het pand aan de Rijnstraat wel geschikt is voor Buitenlandse Zaken, schrijft minister Stef Blok aan de Tweede Kamer. ‘Er wordt onderzocht of Buitenlandse Zaken in zijn geheel in een eigen gebouw kan worden gehuisvest, dat ook past bij de werkzaamheden van het ministerie’, voegt hij eraan toe. Het ministerie zelf wil het liefst alle medewerkers onder één dak.
De plannen voor een eventuele verhuizing zijn nog niet heel concreet, zo is te horen. Er is nog geen gebouw gevonden voor het ministerie en het is niet duidelijk wanneer het zover is. Het is daarnaast ook afwachten hoe het straks verder gaat na de coronatijd. Gaat iedereen dan weer op kantoor werken of blijven veel ambtenaren thuis werken.