Een 19-jarige jongen uit Den Haag is door de politierechter veroordeeld tot een celstraf van twee maanden. De verdachte, Ayoub A., heeft afgelopen maandag bij de rellen in de Schilderswijk een steen gegooid naar een politiebus. Hij ontkende dat niet, maar zei wel dat hij niet weet wat hem bezielde, aldus mediapartner Omroep West.
Na de invoering van de avondklok afgelopen zaterdag was het vanaf zondag drie avonden onrustig in de stad. De verdachte, die woensdag terecht stond, heeft maandagavond in de Hobbemastraat een baksteen naar een politiebus gegooid. Naar eigen zeggen kwam hij in die straat terecht nadat de politie hem elders had weggestuurd. Hij zegt dat hij daardoor niet naar huis kon.
De man zou de baksteen van iemand anders hebben gekregen en toen zijn opgehitst door de groep jongens. Hij gooide de steen en werd meteen daarna door de agenten die in het busje zaten aangehouden. ‘Ik heb er ontzettend veel spijt van en ik schaam me diep. Vanaf het moment dat ik de steen losliet, lig ik wakker. Ik herken mezelf hier niet in’, zei de verdachte tegen de rechter.
Drie maanden geëist
De officier van justitie eiste drie maanden cel. ‘Dit kan niet los worden gezien van de vervelende tijd waarin we leven’, zei de officier. ‘Heel veel mensen hebben last van alle maatregelen en de avondklok. Dat je daar moeite mee hebt, begrijp ik, maar niet dat je gaat rellen en geweld gaat plegen tegen personen.’ Het OM vindt dat boetes of taakstraffen niet meer passen, en dat een celstraf recht doet aan hoe de maatschappij tegen de rellen aankijkt.
De advocaat van de verdachte wees erop dat de normale straf voor openlijke geweldpleging een taakstraf van zestig uur is. Hij vroeg de rechter om geen voorbeeld te maken van zijn cliënt, omdat dat toch niet zou werken. ‘Mijn cliënt heeft werk en begint binnenkort aan een nieuwe opleiding. Met een celstraf raakt hij dat kwijt. Daarmee wordt de kans op herhaling en de kans dat hij afglijdt alleen maar groter, en daar zit de maatschappij helemaal niet op te wachten.’
‘Bijzondere tijden’
De rechter geloofde niet dat de verdachte niet anders kon dan in de Hobbemastraat belanden, en ze maakte zich zorgen dat A. nog een keer zoiets doet. De jongen bezweerde luid snikkend dat hij het nooit meer zal doen, maar de rechter besloot toch tot een celstraf van twee maanden. ‘De onrust was al twee dagen aan de gang, dan geloof ik niet dat u daar per ongeluk terecht kwam. Dat je niet weg kon komen geloof ik ook niet.’
De rechter sprak van bijzondere tijden die vragen om een bijzondere straf. ‘Dit was openlijk geweld van de buitencategorie.’ De verdachte moet zijn straf meteen uitzitten.