Burgemeester Jan van Zanen heeft woensdagochtend aan de haven op Scheveningen de hotspot ‘Techniek aan Zee’ van het Maris College officieel geopend. In de oude kantine van de visafslag kunnen leerlingen van alle zes de locaties van het Maris College technieklessen gaan volgen, waarbij vooral ook maritieme technieken belangrijk zijn.
Directrice Judith van Biemen is trots op de nieuwe leerlocatie van het Maris College. ‘We gaan hier lessen geven over nieuwe technieken die vooral samenhangen met de zee en de haven. We proberen kinderen te verwonderen voor technische beroepen. Op die manier willen we zoveel mogelijk leerlingen naar een technische vervolgopleiding leiden.
Alle tweede klassers van de zes verschillende locaties van het Maris Collega krijgen meerdere keren praktijkles aan de haven. ‘Concreet gaan de leerlingen kennis maken met windenergie, dronevliegen, robottechnologie en allerlei nieuwe vormen van ICT. Ook leren ze hoe je een schip bouwt dat blijft drijven en gaan ze veel dingen maken met hun handen. Dat vinden we erg belangrijk,’ aldus Van Biemen.
Burgemeester in zijn nopjes
Burgemeester Jan van Zanen mocht de leerlocatie openen en is blij met de komst van de hotspot van het Maris College. ‘Kinderen die op school actief zijn in voorbereiding op een technisch beroep zijn heel belangrijk voor de toekomst. En ik hoop dat de liefde voor het ambacht wordt overgebracht en ik denk dat deze hotspot daar heel goed voor is.’
Win-winsituatie
Ook de bedrijven in het havengebied zijn blij met de ontwikkeling. Johan van Nieuwenhuijzen, directeur van de visafslag op Scheveningen, ziet kansen. ‘Het is uniek dat we hier aan de haven een opleidingsinstituut hebben. Zowel de vissers als de kopers van de vis hebben behoefte aan goed opgeleid technisch personeel. Ik denk dat dit een kans is voor zowel de school, de leerlingen als ook de arbeidsmarkt. Een win-winsituatie. We zien hier een groeiende werkgelegenheid en daar zou goed geschoold technisch personeel mooi bij aansluiten. Ze zijn in ieder geval van harte welkom!’, aldus Van Nieuwenhuijzen.